3.4 Linus ontmoet Lucia

Lucia: goedendag! Linus: ook jij een goedendag Lucia: ik ben Lucia en wie ben jij? Linus: ik ben Linus en deze kleine jongen is mijn broer .We zijn slaven Lucia: ik ben geen slavin, maar een vrij meisje. Mijn vader is immers een Romeinse burger . Vanwaar zijn jullie? Linus: wij zijn Grieken want we zijn op het eiland Kreta geboren Lucia: wie is jullie meester? Linus: onze meester is Quintus Cornelius centiem. Hij is een rijke burger is je vader ook een rijke burger? Lucia: niet alle Romeinse burgers zijn rijk mijn vader is arm maar toch zijn we gelukkig Linus: maar wij zijn niet gelukkig. Centiem is immers een gierige en strenge man. Geldstukken zijn z'n enige vrienden dikwijls zegt hij: slaven zijn geen mensen! Slaven zijn lastdieren jullie zijn dus geen mensen! Lucia: jullie meester is een echte tiran ook slaven zijn mensen! Ook jullie zijn mensen jullie meester is eerder geen mens! Linus: jij bent een fantastisch meisje . Lucia: maar misschien zullen jullie niet altijd zo ongelukkig zijn. Zijn zoon Marcus immers zal eens jullie meester zijn! Linus: ken jij Marcus? Lucia: ... Marcus is mijn vriend maar je moet ons geheim bewaren. Centiem weet immers niets over mij. Arme mensen zijn z'n vrienden niet . Linus: Jullie geheim is mijn geheim, Lucia