Tacitus, Annales, XIII, 16-17: Nero vermoordt Britannicus

[16] Het was de gewoonte dat de kinderen van de keizers met de andere vooraanstaanden van dezelfde leeftijd zittend aten onder de ogen van hun verwanten aan een eigen, soberder voorziene tafel. Daar gebruikte Britannicus zijn maaltijd en omdat een uitverkoren dienaar zijn eten en drinken placht voor te proeven, is de volgende list bedacht om dit gebruik niet te over te slaan of de misdaad aan het licht te brengen door de dood van beiden. Een nog onschuldige, maar hete en wel al voorgeproefde drank werd aan Britannicus aangereikt; vervolgens werd, toen hij die wegens z'n warmte weigerde, opgelost in koud water, het vergif toegevoegd dat zo snel in al zijn ledematen doordrong dat zijn stemgeluid gelijk met zijn geest ontnomen werd. Degenen die naast hem zaten sprongen verschrikt op, wie er niets van begrepen stoven uiteen; maar wie er meer van begrepen bleven aan hun plaats genageld met de ogen op Nero gericht. Die zei, achterovergeleund als tevoren en schijnbaar van niets wetend, dat dit gewoon was bij epilepsie, waaraan Britannicus al van jongs af aan leed, en dat zijn gezichts- en begripsvermogens langzaam zouden terugkeren. Maar bij Agrippina trad zo'n schrik en zo’n ontsteltenis aan de dag, ook al probeerde ze die op haar gezicht te onderdrukken, dat het wel vast stond dat zij even onkundig was als Britannicus' zuster Octavia: zij begreep immers dat haar een laatste hulp ontrukt was en dat hier sprake was van een verwantenmoord / dit een voorafbeelding van moedermoord was. Ook Octavia, hoe jong ook, had al geleerd haar smart, genegenheid, ja elke aandoening te verbergen. Zo is na een korte stilte de uitgelatenheid van het diner hervat.

[17] Dezelfde nacht verbond de moord op Britannicus en de brandstapel, nadat al tevoren de voorbereiding op een sobere begrafenis had plaatsgevonden. Toch is hij op het Marsveld begraven, onder zozeer zware stortregens dat het volk er een voorteken in zag van de goden tegenover een misdaad waarvoor zelfs de meeste mensen begrip hadden, omdat ze oordeelden dat broedertwisten zo oud waren als Rome en dat de heerschappij ondeelbaar was.

Opmerking

Vertaling door Kenneth Peeters