[CICERO] In Catilinam I, 21

Als ik hetzelfde had gezegd over de uitmuntende jongeman, Paulus Sestius, of over de integere man Marcus Marcello, dan zou de senaat mij, als consul, met het volste recht hier zelfs in deze tempel gearresteerd hebben. Wat jou betreft Catilina; door niet te reageren, gaan ze akkoord; door passief toe te kijken, beslissen ze; door te zwijgen, schreeuwen ze het uit. Wiens gezag je natuurlijk op prijs stelt, en hun leven voor jou waardeloos is, maar ook de Romeinse ridders, zeer eerlijke en uitmuntende mannen, de overige zeer dappere burgers die de senaat bijwonen, de grote massa die jij buiten gezien hebt, van wie jij de gevoelens doorzien hebt en wiens woorden je daarjuist duidelijk gehoord hebt. Degenen van wie ik de gewapende handen al een tijd met moeite van jou kan weghouden, diezelfde kan ik gemakkelijk overtuigen om jou een plechtige uitgeleide te doen naar de stadspoort, wanneer jij verlaat wat jij al lang probeert te vernietigen.