[CICERO] In Catilinam I, 18

Maar nu pakt het jou als volgt aan, Catilina, en het spreek op deze manier in stilte: "Al meerder jaren heeft er zich geen enkele misdaad of schanddaad voorgedaan zonder jou. De moord op vele burgers, de mishandelingen en plunderingen van jouw kameraden was voor jou alleen ongestraft en vrij. Je bent er niet alleen in geslaagd de wetten en uitspraken van de rechtbanken te negeren, maar je bent er ook in geslaagd ze te veranderen en te vernietigen. Deze bovenstaande feiten heb ik verdragen zoals ik kon, hoewel ze niet toegestaan mochten worden. Ik ben één en al vrees door jou; bij het minste lawaai vreest men Catilina; blijkbaar kan geen enkel complot tegen mij gesmeed worden dat niets met jouw misdadigheid te maken heeft. Het is niet meer te verdragen. Ga daarom weg en verlos me van die angst. Zodat ik niet ten onder zou gaan, als deze gegrond is, en zodat ik toch ooit eens verlost zou zijn van die angst mocht ze niet gegrond zijn."