[CICERO] In Catilinam I, 16

Hoe vaak is die dolk al niet uit je handen gewrongen? Hoe vaak is ze al door een of ander toeval gevallen en weggegleden! Ik weet niet door welke godsdienstige handelingen die dolk aan jou gegeven is, hoe is het anders mogelijk dat ze, naar jouw mening, geplant moet worden in het lichaam van de consul? Welk leven heb je nu nog? Zo zal ik in het vervolg spreken, zodat ik niet de indruk zou geven dat ik gedreven ben door haat, wat ik zou moeten doen, maar dat ik gedreven ben door medelijden, waar jij totaal geen recht op hebt. Daarjuist ben je in de senaat gekomen. Wie heeft er jou begroet uit deze zo talrijke opkomst? Wie van je zovele vrienden en relaties? Als dit nog niemand sinds mensenheugenis overkomen is, wacht je dan nog op een openlijke veroordeling, hoewel je al verpletterd bent door het zeer wrede stilzwijgende vonnis. Wat vind je ervan dat de banken werden leeggemaakt bij jouw aankomst, en dat de oud-consuls, zij die door jou ter dood aangewezen zijn, zodra jij ging zitten, hun deel van de banken volledig leeg achterlieren? Met welk karakter denk je dat te verwerken?