[CICERO] In Catilinam I, 8

En verder, toen je er op rekende Praeneste te bezetten op 1 november met een nachtelijke aanval, heb je dan niet gemerkt dat die stad versterkt was op mijn bevel met mijn wachters, wachtposten en nachtposten? Je kan niets doen, niets beramen, niets bedenken wat ik niet zou horen maar ook niet zou zien en volledig weten. Overloop nu eens met mij die bewuste nacht, en je zult inzien dat ik veel scherper waak over het welzijn dan jij over de ondergang van de republiek. Ik zeg dat jij de vorige nacht in de Zeisenmakersstraat in het huis van M. Laeca bent geweest (ik moet er geen doekjes om winden); en daar zijn nog meerdere kameraden met de zelfde waanzinnige dwaasheid samengekomen. Je durft toch niet te ontkennen?... Waarom zwijg je? Ik zal het je bewijzen als je ontkent. Ik zie dat er hier in de senaat zijn, die er samen met jou zijn geweest.