Horatius, Oden I, 37 Non humilis mulier

Nu moet er gedronken worden, kameraden. Nu moet er vrij gedanst worden. Het is nu tijd om de kussens van de goden te versieren met overvloedige (de Salii waardig) gerechten. Vroeger was het verboden zeer oude Caecubische wijn uit de kelder te halen, omdat een uitzinnige koningin het Capitool wou vernielen en het rijk wou doen ten onder gaan, samen met haar meute mannen, schandelijk door hun hartstocht. Ze was niet machtig haar verlangens te beheersen, en ze was dronken door het lot dat haar toelachte. Maar het feit dat er nauwelijks één schip werd gered uit de brand kalmeerde haar waanzin. Haar geest, die dronken was door Mareotische wijn, werd door de Caesar terug gebracht tot reële angst. Hij stortte zich met zijn schepen op haar toen ze vluchtte uit Italië. Het was net als een havik die weerloze duiven aanvalt, of een jager die een snelle haas achterna zit in de besneeuwde velden van Thessalië. Hij deed het om het onheilsmonster in de ketenen te klinken. Ze verkoos op een edele wijze te sterven. Ze deinsde niet als een zwakke vrouw terug voor het zwaard en ze trachtte ook niet met een snelle vloot de verborgen kusten te bereiken. Ze heeft gedurfd haar omvergeworpen rijk rustig te bekijken. Dapper nam ze de giftige slangen in haar hand om het dodelijke gif in haar lichaam op te nemen, ze was nog meer ontembaar dan ooit omdat ze bewust koos voor de dood. Ze wou namelijk niet als onttroonde koningin door de oorlogschepen weggevoerd worden naar de trotse triomfstoet, daar voor was ze een te fiere vrouw!