Bucolica, vierde ecloge

Opmerking Vertaling vs. 18-36

Maar voor jou jongen zal de aarde, als eerste voorsmaak, her en der vrij groeiende klimop met Valeriaan en roze waterlelies gemengd met uitbundige bereklauw voortbrengen zonder dat je die hoeft te telen. Spontaan zullen de geitjes met hun uiers, gespannen door de melk, terug naar huis keren. Het grootvee zal de grote leeuwen niet vrezen. Zelfs je geboorteplaats zal voor jou aangename bloemen uitspreiden. Zowel de bedrieglijke slangen als de giftige kruiden zullen verdwijnen. De oosterse balsemplant zal overal groeien. En van zodra je de hero'sche daden en de geschiedenis van je ouders zal kunnen lezen en je zal weten hoe groot hun moed is, zal het golvende koren op het veld geleidelijk rijpen, zullen de rode druiven hangen aan de ruwe doornstruiken en zal er honing parelen uit de harde eiken. En toch zullen er nog enkele sporen zijn van de oude verkeerde toestand, die je zullen aansporen je te wagen met je schepen op zee, de stad te omwallen met muren, voren te splijten in de grond. Er zal een nieuwe Tiphys zijn en een andere Argo die uitverkoren helden vervoert, er zullen zelfs nieuwe oorlogen zijn en men zal opnieuw een grote Achilles sturen naar Troje.