caput 10: Over de Romeinse reis (p. 159-160)

Quintus zegt zijn moeder goeiendag

Indien jij, moedertje, en vader en Lucius en Livia gezond zijn , dan is het goed. Ik en opa, wij zijn heel gezond. Onze Valeria leek mij een beetje minder gezond te zijn omwille van een of andere reden. Wanneer ik dit echter aan opa had gezegd, heeft hij mij overtuigd dat zij niet ziek was maar dat zij eerder verstoord werd door een geestelijke pijn: ?ah ,zegt hij, de waanzinnige verliefden(geliefden) Dit gebrek is gemeenschappelijk aan alle jonge mensen. Weldra zal zij opnieuw blij zijn. Wanneer wij in Gallië zullen zijn, en wanneer zij de heldere hemel zal kunnen aanschouwen , dan zullen haar zorgen al lang afwezig zijn (weg zijn). Geloof mij, binnen enkele dagen zal Valeria weer zeer gezond zijn. Haar naam is immers een voorteken. En overtuig jezelf, ik zal blij zijn wanneer ik haar lachend zal zien.

Over het vertrek en over de droom van vader

Ik kan nu een brief naar jou schrijven, omdat de Rijn aan onze kleine boot een gemakkelijke reis verschaft. Het vertrek uit de haven van Keulen was echter niet zo gemakkelijk. Wij hebben vader immers ,tegen zijn gewoonten in aangedaan omdat hij de aftocht moeilijk verdroeg en wegens dit wat ik aan jou zal vertellen zoals het gebeurd is, verlaten.

De droom had hem die nacht verstoord en hij had een verklaarder van dromen en andere tekens , die door de goden aan de mensen worden gegeven, namelijk een oude man met een lange baard die met moeite vooruit geraakt en door een hoge leeftijd zelfs nauwelijks ziet, met zich mee naar het schip gebracht. Vader: ?dierbaarsten, zegt hij: jullie zullen binnen een zeer korte tijd vader en het vaderland verlaten, een lange reis maken en jullie zullen misschien binnen enkele jaren niet terugkeren. Ga echter alstublieft niet weg voordat jullie mijn droom zullen gehoord hebben. Het lijkt mij een teken van de goden te zijn.

Diep in de nacht immers werd mijn geest gegrepen door een ergere slaap dan gewoonlijk, is geweken uit het lichaam en is een vrouw, gelijkend op jullie moeder maar vele jaren jonger, aan mij verschenen die zei dat ze Apollo was en dat zij aan mij de toekomstige dingen zal gaan voorspellen. En ze heeft aan mij vanuit een welbepaalde heldere plaats in de hemel zeer hoog gelegen en vol van sterren, in een schitterend licht, heel het Romeinse rijk en de wegen die naar alle delen leiden, getoond. Ik heb het nauwelijks geloofd.

Maar opnieuw zegt Apollo terwijl ze drie mooie vogels toont; ik heb voor jou twee handen voortgebracht die weldra samen met opa, wel zeker oud maar snel , naar Italië zullen vliegen en de oude moeder zullen bezoeken. Wanneer ze zullen weggegaan zijn zullen zij niet onmiddellijk terugkeren naar de overige hanen. Wanneer zij naar de tempels van Minerva,Diana en Isis gevlogen zijn en de afbeeldingen van Jupiter, Apollo en Mithras zullen gezien hebben dan zullen zij de zeven wereld wonderen leren kennen en zullen ze terugkeren naar huis. Uiteindelijk nadat zeven bomen zullen gebloeid hebben zal de oude vogel gaan naar het huis van de zeer oude moeder en dan zullen de twee hanen zingen en de overgebleven hanen zullen hen blij verwelkomen.