Over Persephone / De Proserphina

Op een dag dwaalt Persephone samen met haar vriendinnen op een mooie wei. De zon brandt, de vogels in de bomen zingen vrolijke liederen en overal bloeien bloemen. De meisjes plukken bloemen en dragen ze naar Demeter.

Nabij de wei is er een groot bos. Persephone ziet daar prachtige viooltjes. Dadelijk rent ze het bos in terwijl ze de viooltjes plukt, gaat ze vooruit naar het midden van het bos.

Plotseling opent de aarde zich: twee zwarte paarden, die een zwarte renwagen trekken komen te voorschijn. Pluton, een god van de onderwereld, die altijd onder de grond woont, sleurt het meisje in de renwagen en keert gauw terug naar de onderwereld.

Op dat ogenblik sloot de aarde zich, gaat de zon onder, houden de vogels op met zingen en overal wordt het stil.

De angstige Demeter zoekt haar dochter overal en roept: "Persephone, waar ben je? Persephone antwoord!" Ze weent en ze dwaalt door de duistere nacht, maar ze kan haar dochter nergens vinden.

De volgende dag verschijnt de zon, die alles ziet en de verschrikkelijke misdaad van Pluton aan Demeter onthult. De droefheid van Demeter is groot, ze wil noch eten noch drinken; ze zit op het rotsblok en treurt om haar dochter.

De aarde treurt samen met Demeter: de bloemen op de wei verwelken, niets groeit meer op het land, de mensen en dieren komen om door de honger.

De almachtige Jupiter, vader van de mensen en de goden, wordt gekweld door de zorg. Pluton, zijn broer, ontbiedt hij naar Olympus: "Broer", zegt hij, overal op aarde is er honger. Ik zie de dood van mannen, van vrouwen, van oude mannen, van kinderen, van dieren. Ik wil de ellende beëindigen. Daarom zal Persephone gedurende zes maanden niet bij jou in de onderwereld zijn, maar gedurende zes maanden bij haar moeder zijn. Mijn besluit staat vast.

Daarom,wanneer Persephone uit de onderwereld naar de aarde terugkeert, blijft ze gedurende zes maanden bij haar moeder: de aarde is blij samen met Demeter, ter ere van Persephone bloeien overal de bloemen en in de bomen zingen de vogels mooie liederen. Overal brengt de zomer aangename warmte. Wanneer Persephone na zes maanden opnieuw naar de onderwereld afdaalt treurt samen met Demeter de aarde. Nergens groeien bloemen, nergens zingen vogels. Overal brengt de winter hevige koude.