4.2c Narcissus en Echo

Zodra ze Narcissus door de afgelegen velden zag zwerven en begon te gloeien, volgde ze stiekem zijn voetsporen, en hoe meer ze volgde, des te meer werd ze heet van de dichterbij komende vlam, niet anders dan wanneer licht ontvlambare zwavel, gesmeerd op de uiteinden van fakkels, toegebrachte vlammen naar zich toe trekt. O, hoe dikwijls wilde ze hem naderen met lieve woorden en zachte smeekgebeden gebruiken! Haar natuur liet niet toe dat ze initiatief nam; maar, dat wat ze wel toeliet, is dat ze bereid is om de geluiden af te wachten, naar welke ze haar woorden kan terugsturen. Toevallig had de jongen, afgedwaald van zijn trouwe groep vrienden, gezegd: "Is er soms iemand?", en Echo had "er is iemand" geantwoord. Hij is stomverbaasd, en zodra hij zijn blik naar alle kanten heeft gestuurd, zei hij met luide stem "Kom": zij roept degene die roept. Hij keek om en terwijl er weer niemand komt, zei hij: "Waarom ontvlucht je mij?" en hij ontving evenveel woorden zoveel als hij zei. ! Hij hield vol en misleid door het schijnbeeld van de stem zei hij antwoordend "Laten we hier samenkomen", en ze gaf zelf gevolg aan haar woorden en nadat hij uit het bos was weggegaan ging ze op hem af, zodat ze haar armen om zijn begeerde hals kon slaan.

Meer Fortuna 3 vertalingen: