[CAESAR] De Bello Gallico, II, 16

Toen ze drie dagen door hun gebied gemarcheerd hadden, vernamen ze van de gevangenen dat de Sabis niet meer dan 10 mijlen van hun kamp verwijderd was; aan de andere kant van die rivier hadden alle Nerviërs zich gevestigd en ze wachtten daar samen met de Atrebatiërs en de Viromandiërs de aankomst van de Romeinen af, want ze hadden beiden overhaald dezelfde oorlogskans te wagen en ze verwachtten de Romeinen in hun gebied en zelfs de troepen van de Atuatuci waren onderweg; vrouwen en al wie door leeftijd onnuttig werd geacht te vechten waren op een moerassige plaats samengebracht.

2e versie:

Toen Caesar door hun gebied een tocht gemaakt had van 3 dagen vernam hij van de gevangen dat de Sabis niet verder verwijderd is van z'n kamp dan 10.000 passen en dat alle Nerviërs achter deze rivier samengetroept waren en dat ze daar de komst van de Romeinen afwachtten samen met de Atribaten en de Viromandi, hun buren. Want de Nerviërs hadden elk overtuigd om samen dezelfde kans van de oorlog te beproeven en de gevangen zeiden ook dat dadelijk ook de troepen van de Atuatuca door hen verwacht werden, want ze zijn op weg naar de Nerviërs, en er werd ook losgelaten dat de vrouwen, en diegenen die nutteloos leken voor het gevecht door hun leeftijd bijeengebracht waren op een plaats in het moeras, waar er voor het leger geen toegang was. Nadat deze dingen vernomen waren, zond hij verkenners en centurio's voorop die een geschikte plaats voor het kamp moesten uitkiezen . Toen enkele van de onderworpen Belgen & de overige Galliërs die samen met Caesar op tocht waren, bij de Nerviërs terecht kwamen, zoals later van de gevangenen vernomen is, klikten ze hoe de marsorde van de legioenen in elkaar zat en diegenen die ontsnapt waren toonden aan de Nerviërs dat er tussen elk legioen een groot aantal legertrossen ging. Want de Nerviërs hadden elk overtuigd om samen dezelfde kans van de oorlog te beproeven en de gevangen zeiden ook dat dadelijk ook de troepen van de Atuatuca door hen verwacht werden, want ze zijn op weg naar de Nerviërs, en er werd ook losgelaten dat de vrouwen, en diegenen die nutteloos leken voor het gevecht door hun leeftijd bijeengebracht waren op een plaats in het moeras, waar er voor het leger geen toegang was.