[CAESAR] De Bello Gallico, I, 1

Gallië in zijn geheel is verdeeld in drie delen, waarvan één deel bewoond door Belgen, een ander door Aquitaniërs, en het derde noemen ze zich in hun eigen taal Kelten, door ons worden ze Galliërs genoemd. Deze verschillen onderling in taal, instellingen en wetten. De Galliërs worden gescheiden van de Aquitaniërs door de Garonne, de Belgen door de Marne en de Seine. Van al dezen zijn de Belgen de dappersten omdat die het verst verwijderd zijn van de materiële en de geestelijke beschaving van de Provence, en uiterst zeldzaam gaan de handelaars naar hen toe en ze voeren geen luxeartikelen in. Degenen die het dichtst bij zijn, zijn de Germanen, die over de Rijn wonen, met wie ze voortdurend oorlog voeren. Om die reden overtreffen ook de Helvetiërs de overige Galliërs omdat ze bijna dagelijks slaags raakten met de Germanen wanneer ze hen uit hun eigen gebieden verdrijven ofwel zelf oorlog voeren in hun eigen gebied.

Een deel van Gallië, waarvan men zegt dat de galliers het bezetten, neemt begin bij de rivier de Rhône, begrenst door de rivier Garunna, de oceaan en de grenzen van Belga. Het raakt zelf de Sequanie en de rievier Rhenus van de Helvetië. Het strekt zich uit naar het Noorden. Belgie begint bij de uiterste grenzen van Gallië en rijkt tot aan de lager gelegen delen van de Rhenus rivier; kijkt naar het Noorden en begint in het Oosten. Aquitanië rijkt van de Garunna rivier tot aan de Pyreneeen en een deel aan de oceaan, die tot aan Spanje is. Het kijkt tussen het Westen en Noorden.