V. Sententiae

  1. Una hirundo non facit ver. één zwaluw maakt de lente niet.

  2. Flosculus non facit hortum. Het bloempje maakt de tuin niet.

  3. Vulpes pilum mutat, non mores. Een vos verliest zijn haar, niet zijn streken.

  4. Barba non facit philosophum. De baard maakt de filosoof niet.

  5. Etiam capillus unus habet umbram suam. Zelfs één haar heeft zijn schaduw.

  6. In cauda venenum. Het venijn zit in de staart.