8D

Midden in het paleis staat een groot altaar. Daar zitten Hecuba en haar bange dochters. Zij zien de hoogbejaarde Priamus in zijn wapenuitrusting naderen. Hecuba roept verschrikt uit:"Mijn ongelukkige echtgenoot, wat zet jouw aan tot strijd?" "Waar ga je heen?" Kom hierheen! Deze tijd heeft niet een zodanige hulp nodig. En ze plaatst hem bij haar bij het altaar. Kijk! Een van de zonen van Priamus vlucht naar het altaar door de wapens van de Grieken heen. Pyrrhus zit hem achterna. Hij grijpt hem, hij houdt hem vast, hij doorboort hem met een zwaard. Voor de ogen van Priamus en Hecuba stort Hector veel leven met bloed uit. Priamus staat woedend van het altaar op en hij probeert Pyrrhus aan te vallen. Pyrrhus grijpt ook hem en sleept hem terug naar het altaar. Maar tevergeefs. Daar, in het bloed van zijn zoon en voor de ogen van zijn echtgenote, slaat hij het hoofd van Priamus met een zwaard van zijn schouders af. Ik huiver: waar zijn mijn echtgenote, mijn zoon en mijn vader?