4A

Aeneas staat op het achtersteven. hij ziet troje. In zijn gedachten ziet hij zijn huis. In zijn gedachten ziet hij Creusa. Creusa is niet op het schip.Zij is immers in haar vlucht gestorven. Aeneas huilt weer. Anchises droomt. In zijn droom ziet hij een godin. De godin Venus. Venus is de moeder van Aeneas. Anchises verlangt naar haar. Hij heeft geen nieuw vaderland nodig. In zijn slaap zucht hij. De overige trojanen werken zich in het zweet. Intussen denken ze aan hun stad en huis. Ze zijn verdrietig, want ze verlangen naar hun vaderland. En ascanius, wat denkt hij? Hij slaapt.