1.6 De roof van de Sabijnse meisjes.

De stad Rome groeide snel en weldra was ze opgewassen tegen de aangrenzende volkeren wat betreft oorlog. Maar er waren geen vrouwen in de stad aanwezig. Dus zond Romulus gezanten naar de naburige volkeren om te vragen voor vrouwen voor het nieuwe volk. Nergens werden de gezanten vriendelijk aanhoord. Sommigen verachtten de nieuwe stad en noemden het een toevluchtsoord voor rovers, anderen vreesden het groeiende en dreigende gevaar voor zichzelf en voor hun nageslacht. Romulus die het moeilijk kon verdragen besloot uiteindelijk geweld te gebruiken. Dus beval hij schitterende spelen voor te bereiden en de naburige volkeren naar het spektakel uitnodigen. Ze kwamen van overal, vooral de Sabijnen, met kinderen en echtgenotes; niet alleen voor het spektakel van de spelen maar ook om de nieuwe stad te bezichtigen. Nadat ze vriendelijk waren ontvangen, bezochten ze de stad, ze waren verwonderd dat de Romeinse zaak in zo'n korte tijd was gegroeid; daarna werden ze naar het spektakel geroepen. Terwijl alle ogen en zielen op de wedstrijden gericht waren, greep plots, op een gegeven teken, de Romeinse jeugd zoveel mogelijk meisjes. Toen ontstond een grote tumult. De spelen werden verlaten. Van overal ontstond geroep van de mannen, geschreeuw en gekerm van de meisjes en moeders. De vaders, broers proberen de dochters en zussen te verdedigen maar ongewapend en minder in een aantal werden ze met gemak teruggedreven door de Romeinen. Tenslotte opgehitst door woede en verdriet maar omdat ze niets bereikten en voor zichzelf vrezend, vluchtten ze naar huis. Intussen ging Romulus rond en bedaarde de meisjes die in verwarring gebracht en opgehitst waren. Hij leerde hen dat is gebeurd was door de trots van de vaders. Want dezen hadden een huwelijk met de Romeinen geweigerd. Hij verder op de volgende manier: "dus bedaar u woede en geef uw hart aan diegenen die uw lichaam door het lot gegevens is! Want vaak is uit onrecht daarna bevalligheid ontstaan. Bovendien zal de zorg en de liefde voor de mannen ook het verlangen naar jullie ouders compenseren." De dreigende woorden van de mannen kwamen bij de toespraak dat dit alles is verlangen en de liefde gebeurd is; dit waren de meest treffende smeekbeden voor het karakter van de vrouwen. Weinig dagen daarna kwamen gezanten van de naburige volkeren bijeen bij T. Tatius, de koning van de Sabijnen, om een oorlog voor te bereiden. Maar aan de naburige volkeren schenen Tatius en de Sabijnen traag te onderhandelen. Daarom bereiden ze zelf tussen hen een gemeenschappelijke oorlog voor. Ze brachten een lege samen en deden vijandig en inval in het Roemeens gebied. Maar Romulus kwam hen, hier en daar verwoestend, tegemoet met een leger en hij toonde in een licht gevecht aan dat de woede onbeduidend is zonder kracht. Hij sloeg het leger uiteen en dreef het op de vlucht, hij achtervolgde het uiteengeslagen leger. B naburige steden in. Tenslotte ontstond door de Sabijnen de laatste oorlog en die was verreweg de grootste; maar niets werd gedaan door woede op verlangen, en ze lieten niets merken voor ze de oorlog begonnen. De Romeinen weken al terug, de Sabijnen riepen al: "we hebben onze trouweloze gastheren overwonnen. Eindelijk weten ze dat het verreweg iets anders is dan meisjes te pakken, dan met echte mannen te vechten. Maar de Sabijnse vrouwen, om die de oorlog was ontstaan, durfden zich tussen de vliegende speren te begeven en de vechtenden te scheiden. Enerzijds smeekten ze hun vaders, anderzijds hun mannen: "hou op het bloed van de schoonvaders en schoonzoons te vergieten. Word liever boos op ons! Wij zijn immers de oorzaak van de oorlog, wij zijn de oorzaak van de slachting en van de wonden van de mannen en de vaders. Dit bewoog de menigte en de leiders. Er ontstond stilte en rust. Daarna gingen de leiders naar voren om een verdrag te sluiten. Niet alleen vele ontstond maar ook één volkeren twee.